Grotendeels tegen de huidige stroming in ben ik één van die personen die selecteren binnen een voetbalvereniging helemaal niet verkeerd vind. Dat zou gezien mijn aanstaande functie wellicht ook raar zijn, maar deze column schrijf ik als voetbalvader. Een voetbalvader die erg trots is op de voetbalverrichtingen van zijn zoons Sil en Noud en dochter Merel.
Geheel op de Nederlandse wijze is er altijd enige nuance en gepolder, maar selecteren is geen vies woord. En wel om de simpele reden dat het voor alle spelers en speelsters het meeste spelplezier oplevert als je teamgenoten een vergelijkbaar niveau hebben. Als er bewust wordt gekozen voor gezelligheid boven prestatiegerichtheid, is het wat mij betreft overigens prima. Dochterlief vindt voetbal bijvoorbeeld vooral leuk, maar vindt de derde helft ook belangrijk.
Zelf heb ik als voetballer vanaf de C-junioren, het tegenwoordige O15, altijd in een selectie gespeeld. Mijn derde helft was altijd prima, maar ik trainde vooral om het ook in de eerste twee helften te laten zien. Dat heeft me toch aardig wat wedstrijden in een eerste elftal opgeleverd, waarvan de meeste overigens bij buurman NSC. Bij Sparta Nijkerk kwam ik helaas maar tot één seizoen eerste elftal en dan ongeveer de helft van de wedstrijden.
Mijn beide zoons spelen ook in een selectie, Sil in de JO19-1 en Noud in de JO11-1, en ik zie wel dingen terug uit mijn actieve carrière. Overigens gelukkig in een wat verbeterde vorm. Nu is een voetbalvader eigenlijk nooit echt objectief, maar ik kan echt genieten van hun overzicht en de tweebenigheid. Zo heeft iedereen zijn voorkeuren, al denk ik dat andere mensen, die ze zien spelen, ook kunnen zien dat ‘ze erop zitten’.
Selecteren betekent keuzes maken en daar zit wellicht het verschil van inzicht tussen voorstanders en tegenstanders van selecties. Bij een selectie van vijftien spelers komen de eerste twaalf spelers vaak overeen als trainers moeten kiezen. Daarna volgt een stukje smaak, ervaring, specifieke kwaliteiten en andere meer subjectieve beoordelingscriteria. En helaas soms een tegenvaller voor een speler die er net niet bij zit.
Teleurstellingen zijn nu eenmaal regelmatig verbonden aan het maken van keuzes. Ik denk echter dat als spelers in elk team een vergelijkbaar niveau hebben, er meer spelplezier is. Een mix van kwalitatief goede en duidelijk mindere spelers is voor niemand leuk. Degenen met iets minder aanleg krijgen op den duur steeds minder ballen en daar worden ze niet beter van. De ‘talenten’ krijgen, in ieder geval op trainingen, dan minder tegenstand en worden ook niet beter. Dus iedereen moet spelen op het niveau dat hij/zij aankan. Dan kan je beter je energie steken in de wijze van keuzes maken. Niet geconcentreerd op één of enkele selectiemomenten, maar spelers volgen en ontwikkelingen bijhouden en kansen geven.
Denk overigens niet dat ik het altijd eens ben met (vroeger) gemaakte keuzes en ik heb menig discussies gevoerd met (selectie)trainers. Wat ik ervan geleerd heb, is dat 100% objectiviteit een utopie is en dat een duidelijk communicatie belangrijk is. Nog drie maanden en dan worden de teamindelingen weer bekend…
Misschien een nieuwe uitdaging voor Noud op een echt groot veld en Sil richting de senioren. Ik hoop vooral dat ze het voetbalplezier behouden en zich blijven ontwikkelen als speler en als persoon. En zoals veel voetbalvaders hoop ik dat er ooit eentje de hoofdmacht bij Sparta Nijkerk haalt, al is het maar om het gelukzalige gezicht van de bijbehorende voetbalmoeder te zien.
En tot die tijd blijf ik stiekem jaloers op Nico en Geurt-Albert.
Rob Schoon