Wisselproblematiek
Iedere leider, trainer of teammanager kent het wel. Wie ga ik wisselen en vooral wanneer? Welke speler komt er in en wie gaat er uit. Hou ik nog een speler achter de hand voor het geval er een blessure komt of zet ik al mijn troeven in. Stroomt de reserve bank leeg of blijft er iemand zitten? Het maken van keuzes is nooit gemakkelijk voor een trainer/coach. Maar wat als de noodzaak hoog is of de wissels gretig getraind hebben. Ze staan te popelen om de groene grasmat te mogen betreden en zichzelf te bewijzen. Moeilijke keuzes moeten gemaakt worden. “Waardevol voor het team kunnen zijn” is dan de gevleugelde uitspraak op veel persconferenties. Uitspraken van wisselspelers waar je niet om heen kunt.
Echter dit bovenstaande gaat maar gedeeltelijk op voor spelers die voor nog voor hun plezier tegen de bal aanschoppen. De spelers van de senioren breedtesport trainen iedere week, scherp en vol passie. Tenminste als er getraind wordt. Enkele spelers menen dat 1 keer trainen wel volstaat en soms hoeft het ook niet meer zo. Maatschappelijke belemmeringen (werk) of huishoudelijke beslommeringen (vriendin of kinderen) worden vaak als excuus opgevoerd. Zeg gewoon dat je geen zin heb of dat er teveel regen voorspeld wordt. Ook de techniek van de speler wordt wel geopperd van: ik heb het niet nodig mijn techniek is uitmuntend. Dat doet mij herinneren aan de tijd dat ikzelf voetbalde en ik een speler in mijn team had met de opmerking: Ik kan prima voetballen maar mijn medespelers begrijpen mij niet. En misschien had hij ook nog wel gelijk.
Maar dan de speler die ik na rust tegenkom in de catacomben van onze kleedkamers op “de Ebbenhorst”. Deze speler die al ver in de fase van zijn voetbalcarrière verkeerd was zeer gepikeerd dat weer hij gewisseld was. Onze oudste speler was gedoucht, geschoren en haartjes gekamd. Omgekleed liep hij mijmerend door de gang richting het veld waar zijn kameraden, van voor de rust, de bal lieten rollen. Mopperend sprak hij tegen mij, vol onbegrip. Vorig week ziek, die week ervoor maar een halve wedstrijd en nu weer gewisseld. De hele week uitgerust en niet gewerkt (al jaren met pensioen). Af en toe een boodschap halen en alles geven voor het team om de overwinning binnen te slepen. Ach, dat kleine knietje van de tegenstander daar praten we niet over dat konden de broze botten nog wel hebben. Maar de energie en de gretigheid van de speler druipte van zijn gelaat af. Speeltijd, dat was alles wat hij vroeg. 90 Minuten maken en daarna ’s avonds languit voldaan op de bank om weer op te laden voor de volgende training en wedstrijd.
Coach, geef deze jonge God toch zijn plezier in het spelletje. Als je de respectabele leeftijd van 70+ heb volbracht en menig tegenstander door de benen speelt dan hoor je 90 minuten in het veld te staan. Dan wordt je niet gewisseld. Dan krijg je respect, zoals de aanvoerder op zijn band heeft staan. Die keuze is toch niet zo moeilijk?
Hans Lubbertsen
Coördinator Breedtesport v.v. Sparta Nijkerk 3 t/m 11
Nachtegaalsteeg 1
3862 WJ Nijkerk