VVV Sparta Nijkerk
Vleeswaren, Vloeken en Vreselijke ziektes
Zo nu en dan mag ik nog wel eens onderdeel uitmaken van het onvolprezen arbitercorps binnen onze prachtige vereniging. Altijd een mooi ritueel in dat wedstrijdsecretariaat, of het nu bij binnenkomst of na afloop is. Iedereen neemt elkaar flink op de hak, discutabele situaties passeren de revue, de lijst voor volgende week wordt alweer ingevuld en drs. Aart Nijhof geeft uitleg over de spelregels zoals die volgens hem zouden moeten zijn en welke hij overigens ook gewoon als zodanig hanteert op de Spartaanse velden. Een voorbeeld: gele kaart na een overtreding waarbij de tegenstander geblesseerd raakt? Dan ga ook jij van het veld af, net zo lang als de tegenstander nodig heeft om van die aanslag te herstellen. Een prima regel uiteraard. Eigenlijk in het verlengde van de tijdstraf die in de B-categorie van toepassing is en die zonder mankeren ook in de hoogste regionen zou moeten worden doorgevoerd. Je pakt geel, verlaat dus het veld en benadeelt daarmee direct je eigen team. Dat geeft meteen een andere dimensie aan de zogenaamde ‘professionele overtreding’.
Ondertussen ligt het ‘ethisch reveil’ voorvloeiend uit het verschrikkelijke incident met grensrechter Richard van den Nieuwenhuizen in 2012 alweer ver achter ons. We beloofden elkaar beterschap, zouden voortaan lief zijn voor elkaar, de begeleiding ging achter de hekken, tegen misbruik zou streng worden opgetreden, kortom: we zouden transformeren naar de mores zoals die in bijvoorbeeld het rugby al jaren gebruikelijk is.
Hoe anders is het in de praktijk. Of het nu jeugd, dames of heren betreft, in een gemiddelde wedstrijd bereikt de oren van de arbiter van dienst minstens een paar kilo genitaliën, kennelijk veroorzaakt door foutieve passes, vermeende overtredingen en, overigens altijd, zeer discutabele beslissingen van de referee. Laten we stellen dat het op zich ook al niet erg flatteuze ‘shit’ inmiddels als algemeen gebruikt stopwoord is vervangen door een nog kortere versie.
Naast de fluit en de 2 vlaggen voor de grensrechters, behoort het zogenaamde ‘bord voor de kop’ inmiddels tot de standaarduitrusting van de arbiters. Fluiten doe je immers nooit goed. Wat voor de één een glaszuivere pingel is, kwalificeert de ander als een Schwalbe. Dat zal altijd wel zo blijven, soit.
Wat echter nooit zal wennen zijn de grove vloeken, de verwensingen op grond van geaardheid en ziektes beginnend met een K, welke in praktisch elke wedstrijd van hoog tot laag te horen zijn, van de spelers zelf tot soms zelfs de leiding en het aanwezige publiek.
We zijn dus al lang weer terug bij af. Zelfreinigend vermogen blijkt niet of onvoldoende aanwezig en er komt dus een moment waarop elk onvertogen woord direct met een disciplinaire straf moet worden gehonoreerd. Dan krijgen de scheidsrechters ongetwijfeld de schuld, maar goed, die waren daar al aan gewend!
Ted van Haren
Bestuurslid Algemene zaken & PR
Nachtegaalsteeg 1
3862 WJ Nijkerk