Spartaanse column
Het geheel is meer dan de som der delen……..
Heel veel zaken in voetbal zijn aan te leren, trainbaar en, zoals onze hoofdtrainer Simon Ouaali zo mooi zegt, ‘in te sjlijpen….’. Veel herhalen, blijven oefenen, steeds maar weer, keer op keer die bal met links trappen, die voorzet vanaf de achterlijn met rechts geven, een vrije trap oefenen, noem maar op. Alles is te leren en te verbeteren. Door er tijd en energie in te steken, uren te maken, gepassioneerd te oefenen, jezelf te willen verbeteren, kortom, het uiterste eruit halen. Dat betaalt zich een keer terug. Dan wordt die perfect aangesneden voorzet in een belangrijke fase van de wedstrijd een keer door de spits tot doelpunt verheven en dan verdwijnt die vrije bal in de kruising in plaats van over het vangnet te gaan. Daar is op getraind, er is in geïnvesteerd. Positiespel, ook zoiets. Dat ontstaat niet zomaar. Daar wordt week in week uit op getraind. Trapvastheid, inzicht, overzicht, gogme, plezier.
Het zijn allemaal kreten die horen bij het proces van een voetbalteam en individuele spelers (en keepers) om beter te worden. Automatismen inslijpen maar ook ruimte bieden voor individuele acties. Van een rechtsbuiten die op snelheid en behendigheid drie tegenstanders aan zich bindt en alleen is af te stoppen met grove middelen. De technicus die met een subtiele steekbal een medespeler alleen voor de keeper zet. Het enfant-terrible dat met weergaloze schijnbewegingen tegenstanders het enge bos instuurt. Het hoort allemaal bij voetbal. De teamprestatie, gekoppeld aan teamdiscipline, bewustzijn en concentratie en de ruimte daarbinnen voor de voetballers met wat extra’s. De voetballers waar het publiek voor op de banken gaat. Je hebt ze allemaal nodig in een team, van de meedogenloze verdediger die risicoloos ruimen tot zijn handelsmerk heeft verheven tot de ongeëvenaarde stylist die de meest onverwachte dingen doet en wedstrijden op basis van zijn talenten kan beslissen.
Alles is trainbaar en de ene speler zal meer moeite moeten doen dan de ander om hetzelfde rendement te halen. Dat heeft te maken met talent, aanleg en aangeboren vaardigheden, maar ook met karakter en temperament. Van al die ingrediënten en talenten een optimaal functionerend team proberen te maken dat is de ultieme uitdaging van de trainer en zijn staf.
Soms valt alles op z’n plek, het kan ook zijn dat de gedroomde samenstelling van de selectie toch niet tot stand komt. Wat niet alles is namelijk trainbaar, coachbaar en maakbaar. Toch niet. Een team is ook een samenstelsel van verschillende karakters en types die naadloos op elkaar moeten aansluiten en complementair zijn. Spelers moeten elkaar aanvoelen en aanvullen en in eendrachtige gedrevenheid voor dat ene doel willen gaan. Daar passen geen dissonanten in. Spelers die linksaf slaan als de rest van de ploeg heeft besloten rechtsaf te gaan, horen niet thuis in een ‘dreamteam’.
Er moet in een team volkomen overeenstemming en cohesie zijn. Dan ontstaat namelijk een situatie waarin een uitbarsting omdat iemand zijn taken verwaarloost of niet bij de les is, niet als een persoonlijke aanval maar als een noodzakelijke terechtwijzing wordt gezien om het team optimaal te laten functioneren. In een team moet men op elkaar kunnen vertrouwen en eerlijk en oprecht met elkaar omgaan. De bewaking van dat alles rust primair op de schouders van de teamleden zelf. Het ‘zelfreinigend vermogen’ van een team is belangrijker dan de invloed van een trainer, teammanager of bestuurslid.
Spelers die inbreuk maken op de afspraken en de onderlinge band binnen het team provoceren en verstieren, dienen buitengezet te worden. Als het team daartoe zelf het initiatief neemt of zich uitgesproken en duidelijk over dissonanten uitspreekt, ja, dan groeit, ontstaat of is er inmiddels iets dat wijst op een proces dat tot prestaties zal gaan leiden. Kwaliteit en teamspirit, elkaar keihard de waarheid zeggen als het moet en even later de grootste lol hebben met een potje bier aan de bar, zo hoort het.
De Duitsers zeggen het zo: “was sich liebt das neckt sich”, letterlijk vertaald “wie van elkaar houdt plaagt elkaar”. Ik vertaal het liever zo: “als er onderling respect, vertrouwen en consensus over de doelstellingen is, dan kun je veel van elkaar hebben.”
Het zijn mooie teamprocessen die vaak met vallen en opstaan gaan. Doorselecteren op kwaliteit en karakter vormen de belangrijkste bestanddelen voor uiteindelijk succes. Het gaat ook niet van de ene op de andere dag. Ook hier geldt dat visie, standvastigheid en de lange adem de sleutels naar succes vormen. Wat een jong team zeker niet van de ene op de andere week kan leren is ervaring en routine. Dat is een kwestie van jaren. Sommige spelers pikken het heel snel op, er zijn ook spelers die op hun dertigste nog naïviteit vertonen en nooit lijken te leren van de vele wedstrijden die zijn speelden en wedstrijdsituaties die zij hebben meegemaakt. Ervaring en routine betreffen het herkennen van situaties in en rond een wedstrijd en daar dan naar handelen.
Een wedstrijd op slot gooien, de scheids bespelen, gogme, boerenslimheid, dat soort zaken. Dat kunnen spelers nergens kopen, dat is een proces waar wekelijks een hoofdstuk aan wordt toegevoegd. Maar dat moet wel gaan leven bij spelers. Het is een onderdeel van het spelletje waar spelers bewust mee bezig moeten zijn. Het idee van ‘dat gebeurde toen zo en zo, daar trappen we geen tweede keer in’. Laat ezels zich maar twee keer aan dezelfde steen stoten, dat geldt niet voor ons!
Dat is routine en ervaring dienstbaar maken aan het resultaat dat het team voor ogen staat. Daarin is dan ook iedereen even belangrijk maar tegelijkertijd ondergeschikt aan elkaar om het doel te verwezenlijken. Dat is een mooi proces voor zowel spelers, staf als alle trouwe volgers die iets moois zien groeien. Volwassenheid, saamhorigheid, opofferingsgezindheid, respect, consensus. Allemaal mooie begrippen die zijn terug te voeren tot de simpele constatering dat de intrinsieke kwaliteit van een team niet alleen in de benen maar vooral tussen de oren zit….. Die intrinsieke waarde zit ook nooit bij één speler, nee, bij het hele team!
Gedreven maar fatsoenlijk met elkaar omgaan, elkaar wijzen op fouten, elkaar corrigeren, kunnen vertrouwen en willen verbeteren, normaal en respectvol gedrag vertonen en het verenigings- en teambelang altijd boven het individuele belang stellen.
Kort gezegd: het geheel is altijd meer dan de som der delen……. De oude Grieken kwamen hier mee en in feite stammen wij, Spartanen, daar van af. Nou dan!
Laat ik besluiten met een citaat van professor GerritJan Miedema:
‘Ieder mens en elk team kunnen zichzelf enorm verbeteren door zich bewust te zijn van de kwaliteiten die in ieder individu aanwezig zijn. Al die kwaliteiten bij elkaar hebben een geweldig potentieel. Maar je moet ze wel zien en kunnen benutten. Dan pas wordt het geheel meer dan de som van de delen. Mensen en teams kunnen dan tot grote prestaties komen.’
Dat geldt van de Sparta Nijkerk Mini’s, de F99, de vele meidenteams, de recreatieteams tot ons vlaggenschip in de Topklasse!!!!!
Harry Hamstra
Nachtegaalsteeg 1
3862 WJ Nijkerk