Nieuws

AL 75 jaar Spartaan in hart en nieren

NIJKERK – Doorgaans krijgen verenigingsleden een oorkonde bij 25, 40, 50 en 60 jaar lidmaatschap. Dat is bij topklasser Sparta Nijkerk niet anders. Maar, tijdens de nieuwjaarsreceptie stonden alle jubilarissen in de schaduw van één man: Jan Klok (84). De voormalig eierboer was vorig jaar 75 jaar lid van de voetbalvereniging. 

Trots toont Klok zijn oorkonde. ’75 jaar lid van Sparta Nijkerk’, staat er in blokletters op het papier. ,,Geen idee of het een record is’’, zegt de Nijkerker in zijn woning aan het Willem Alexanderplein. ,,Vast wel. De meeste mensen uit de begintijd van Sparta zijn overleden.’’

Tijdens de Nieuwjaarsreceptie kreeg Klok, naast de oorkonde, een pen met inscriptie en een bos bloemen. Hij keek zijn ogen uit in het clubhuis van De Ebbenhorst. Zijn gezondheid laat het niet toe dat hij nog vaak bij de club komt. ,,Die businessclub; wat een luxe. Net bioscoopstoelen. Ook dat kunstgrasveld en de kleedkamers zien er prachtig uit. Nou, dat was in de jaren vijftig wel anders, hoor. We kleden ons om in houten hokjes. Buiten stond een waterpomp. Daar kon je jezelf wassen.’’ En het veld? Klok: ,,Een weiland. We trokken zelf iedere keer de lijnen. Later heb ik met mijn vrachtwagen bij een boer aan de toenmalige Zuiderzee lichtmasten opgehaald. Dan konden we ook in de avonduren voetballen. Daarnaast hielp ik in de jaren zeventig mee met de bouw van de tribune. Ondanks alle veranderingen en ontwikkelingen blijft de sfeer bij Sparta dezelfde: gezellig, leuk en lekker een pilsje drinken.’’

Op negenjarige leeftijd meldde Klok zich in 1935 aan bij Sparta Nijkerk, dat vier jaar eerder was opgericht. ,,Na de oorlog is het pas echt een vereniging geworden’’, herinnert de vrolijke en kwieke verschijning zich. ,,Daarvoor voetbalden we met een stel jongens op een zandvlakte. Tijdens de oorlog speelden we in een weiland bij een boer op de Doornsteeg. Dan schepten we eerst de stront van het veld. Later durfden we dat niet meer. De Duitsers dreigden ons er keihard van af te schoppen. Gelukkig kregen ze me nooit te pakken. Na de oorlog hebben we op diezelfde plek nog tegen Canadezen gespeeld. In ons land kwam toen het voetbal pas echt op gang.’’

In 1946 ging Kok, die bijna zijn hele leven aan de Barneveldseweg woonde, in militaire dienst. Toch bleef hij Sparta Nijkerk altijd trouw. Sterker nog: de linksbinnen speelde volgens eigen zeggen 19 jaar onafgebroken in het eerste elftal. Een seizoen langer dan huidig eerste doelman Sven Onland, die aan het eind van dit seizoen afzwaait. ,,Wij speelden in die tijd vierde klasse KNVB. Dat was de onderbond. Topklasse en hoofdklasse bestonden nog niet’’, aldus Klok. ,,In de competitie troffen we ploegen als Spakenburg, IJsselmeervogels en Huizen. Ook voetbalden we tegen clubs als CJVV en APWC. We werden tegen Bloemkwartier uit Hilversum kampioen en promoveerden naar de derde klasse. Destijds het hoogste niveau voor een amateurclub. Geweldig. In negentien jaar heb ik slechts twee wedstrijden gemist. Eén omdat ik moest wachtlopen, de ander omdat mijn vrouw beviel van onze eerste dochter. Al mijn teamgenoten kwamen ons daarna, met nog bezwete lichamen, feliciteren. Mooi.’’

De voetballende capaciteiten van Klok bleven niet onopgemerkt. Siem Sleeking, de legendarische Amersfoortse middenvelder en trainer, probeerde hem warm te maken voor een overstap naar HVC – in die tijd een voetbalbolwerk. ‘Jantje’ bestempelt zichzelf als hardwerkende linksbinnen, met een sterk linkerbeen, die anderen in staat stelde een doelpunt te maken. Klok: ,, Ik heb nooit een rooie cent met voetbal verdiend. Sterker nog: heb altijd contributie betaald. Nu nog steeds.’

In 1964 zwaaide hij af. In een afscheidswedstrijd tegen Bloemkwartier. ‘Afscheid van een sportieve en joviale speler’, kopte de lokale krant. Zorgvuldig bewaart Klok – in het verleden getroffen door een hartinfarct (60-jarige leeftijd) en herseninfarct (vier jaar geleden) – krantenartikelen uit die tijd en de verschenen jubileumboeken over de historie van Sparta. Hij besluit: ,,Ik ben heel trots het langst lid te zijn van Sparta. Hopelijk komen daar nog vele jaren bij.’’