Interview met technisch manager Harry Hamstra
‘Spartacus presteerde ooit het onmogelijke, daar moeten we ons maar aan spiegelen….’
Van onze speciale verslaggever
Met nog drie competitiewedstrijden voor de boeg toog onze speciale verslaggever naar technisch manager Harry Hamstra om de man die vaak zelf de pen ter hand neemt een aantal vragen te stellen. Het werd een lijvig verhaal over………Sparta Nijkerk, relativeren, presteren, voetballers, trainers, beleving, jeugdspelers, passie, persoonlijkheden en nog heel veel meer.
Hoe is de terugkeer in de Topklasse bevallen?
‘Goed, dat smaakt zeker naar meer. Prachtig podium. Maar ook meedogenloos en zwaar. We staan niet voor niets waar we staan. Verder heb ik al vaker gezegd dat ik een aantal van vier degradatieplaatsen te veel vind. Dat komt het voetbal niet ten goede. Zeker tien ploegen kijken vanaf de eerste wedstrijd vooral naar onderen. Eerst dertig punten halen, dan opgelucht adem halen om lekker te kunnen gaan voetballen. Er kan er eentje kampioen worden en er kunnen er vier onderuit, die verhouding is niet goed. Dat vind ik trouwens al jaren, dus niet opeens nu vanwege onze positie op de ranglijst.
Waar ontbreekt het Sparta Nijkerk deze competitie aan?
‘Sowieso aan thuisoverwinningen. Wat dat is weet ik niet. Je verliest thuis een paar keer en voor je het weet is er sprake van een thuiscomplex. Verder ontbreekt het ons volgens mij toch aan wat ervaring en persoonlijkheid. Vooral dat laatste is een kwaliteit waar moeilijk op valt te selecteren. We hebben een goede selectie waarmee we overtuigend kampioen in de hoofdklasse zijn geworden en toch ontbreekt er nog wat. De Topklasse is echt twee klassen hoger. Met persoonlijkheid bedoel ik gasten die de kar trekken, leiderschap, mondigheid, als verlengstuk van de trainer optreden en de baas in de kleedkamer zijn. Die zijn er niet zo veel. Iedere ploeg zoekt dit soort spelers. We hebben trouwens wel jongens die dat volgens mij in zich hebben en zich daarin kunnen ontwikkelen. Er hangt ook vaak een prijskaartje aan geroutineerde persoonlijkheden.’
Staan onze spelers dan stil in hun ontwikkeling?
‘Nee, zeker niet. Van deze jaargang in de Topklasse leren spelers heel veel, tenminste, als ze er open voor staan. Je leert dat je niet zomaar even in de Topklasse meevoetbalt maar dat daar wel wat voor komt kijken. Spelers ontwikkelen zich fysiek en technisch-tactisch tijdens de trainingen maar het wekelijkse ijkpunt is toch de wedstrijd. Daar doe je ervaring op en als het goed is leren spelers van hun fouten, van bepaalde wedstrijdsituaties, van tegenstanders en van elkaar. Alleen zie je dat niet altijd. Sommige spelers zijn hardleers, eigenwijs of misschien niet goed genoeg. Dat klinkt hard maar alleen een speler die leert van zijn fouten ontwikkelt zich als voetballer en vooral als persoon. Die ontwikkeling moet in de Topklasse alleen niet te lang duren want voor je het weet zijn er nog maar drie wedstrijden te spelen.’
Sparta Nijkerk is dit seizoen zo’n beetje de kampioen van de gelijke spelen.
‘Dat klopt en daar heb je niet veel aan. Negen gelijke spelen zijn achttien verliespunten. De ene keer pak je gelukkig nog op de valreep een punt, een andere keer verlies je in de slotfase twee punten. Beide situaties hebben zich dit seizoen voorgedaan. Het geeft ook aan dat Sparta Nijkerk in veel wedstrijden niet onder heeft gedaan voor de tegenstander. In andere wedstrijden was wisselvalligheid troef. Kozakken Boys was dit seizoen voor ons duidelijk een maatje te groot, maar we winnen wel bij Spakenburg, IJsselmeervogels en GVVV en bijvoorbeeld bij Rijnsburgse Boys gaan we lullig in de laatste minuut de bietenbrug op. We hebben nu in ieder geval niets meer aan gelijke spelen.’
Simon Ouaali zegt regelmatig dat de basis van zijn selectie te smal is en dat de reservebank niet genoeg kwaliteit herbergt om wedstrijden te laten kantelen.
‘Daar heeft hij een punt. Maar dat is wel de situatie bij Sparta Nijkerk. Wij kunnen ons niet veroorloven twintig nagenoeg gelijkwaardige spelers aan te trekken. Zouden we dat wel kunnen dan heb je trouwens vaak weer het probleem dat een aantal goede spelers met een zuur gezicht op de bank zit en gaat muiten. Dan vindt iedereen dat hij in de basis hoort en krijg je die onrust weer. Maar een kwalitatief zo breed mogelijke selectie dat is natuurlijk wel waar we binnen onze mogelijkheden naar streven. We gaan echter geen hypotheek op onze accommodatie nemen om spelers binnen te halen, om maar eens een bizar voorbeeld te noemen. Alles moet haalbaar en verantwoord zijn. Ik hoef de recente berichtgeving over IJsselmeervogels en FC Twente maar te noemen, dat willen we niet. Wij willen binnen onze selectie ook ruimte bieden aan jeugdspelers van de eigen club. De ontwikkeling van jeugdspelers gaat echter ook niet zo snel. Jeugdspelers die net komen kijken voetballen maar niet zo in de Topklasse mee. Het zijn nu eenmaal niet allemaal voetballers van het niveau Rick Knoop, waarvan we allemaal hopen en ook verwachten dat hij weer fit op zijn niveau terugkeert.’
Is het streven om ‘eigen jeugdspelers’ in de A-selectie op te nemen op het niveau van de Topklasse niet erg naïef ?
‘Ik denk van niet. We willen onze jeugdopleiding serieus nemen. Alleen zal die jeugdopleiding zich wel moeten richten op het niveau dat we met ons eerste elftal nastreven: Topklasse / Hoofdklasse. In de B- en A-junioren zul je al op een veel hoger fysiek en technisch-tactisch niveau moeten trainen. De kloof is nu veel te groot. Daarnaast moet jeugdspelers bijgebracht worden wat er voor komt kijken om het eerste elftal te halen. Jeugdspelers moeten zichzelf de tijd gunnen en investeren in trainingsarbeid. De uitdaging aangaan. Wij blijven onze jeugdspelers in zowel de A- als B-selectie kansen en mogelijkheden bieden. Doen we dat niet dan kunnen we voor het geld dat nu in de jeugdopleiding wordt gestoken beter maar gelijk een paar toppers voor het eerste elftal kopen.’
Dus Sparta Nijkerk blijft jeugdspelers opleiden voor andere clubs?
‘Zo zie ik dat niet. Het gaat ook om het niveau en de kwaliteit die je als club wilt uitstralen. We hebben veel jeugd en die moeten we kansen geven zich te ontplooien en te ontwikkelen. Daar zijn we Sparta Nijkerk voor. We moeten er wel naar streven dat jeugdspelers op een hoger weerstandsniveau afgeleverd worden aan de senioren. Daar schort het aan. Maar er wordt aan gewerkt. Simon Ouaali gaat zich daar komend seizoen ook nadrukkelijker mee bemoeien. Dat er desalniettemin jeugdspelers zullen kiezen voor andere clubs, dat zal zo blijven. Veensche Boys, NSC, SDC Putten, Terschuurse Boys, ze zitten allemaal op het vinkentouw om onze jeugdspelers binnen te halen. Dat verzin ik niet, het gebeurt. Maar…….de meesten keren na verloop van tijd ook weer terug op het oude nest. Ook ons tweede elftal is belangrijk. We presteren daarmee de afgelopen seizoenen zeer goed, zowel in de competitie als in de beker. De reserve hoofdklasse is een mooi podium voor jeugdspelers om te wennen aan het seniorenvoetbal. Er staan bij wedstrijden van ons tweede vaak meer toeschouwers dan bij andere eerste elftallen in Nijkerk en de regio. Ook dat verzin ik niet, het is zo. Daarom blijven we aandacht geven en faciliteiten verstrekken aan het tweede elftal, voor spelers een ideale opstap naar het eerste!’
Er is en wordt veel gesproken over het afhaken van Dave Huymans bij de A-selectie enkele maanden geleden. Wat is er eigenlijk gebeurd?
‘Als het om een futiliteit of een disciplinaire maatregel zou gaan dan zouden we daar heus wel mee naar buiten zijn gekomen. Het ligt echter allemaal gecompliceerder. Laat ik vooropstellen dat iedereen een goede en gemotiveerde Dave graag ziet voetballen. We hebben hem niet voor niets naar Sparta Nijkerk gehaald. Maar er spelen zaken die niet door de beugel kunnen en die ons noopten maatregelen te nemen. Of het nou om de minste of om de beste speler gaat, dat maakt in dit geval niet uit. Dat bepaalde zaken al een publiek geheim zijn daar ontkom je niet aan, de klompentrommel doet meestal wel zijn werk. Wij hebben echter afgesproken dat in het belang van de club en van personen binnen onze club door ons geen verdere mededelingen worden gedaan. Ga er dus maar van uit dat het boek Dave Huymans zo goed als gesloten is.’
En als ons dat de Topklasse kost?
‘Als dat vooraf de meetbare consequentie zou zijn geweest, dan hadden we toch dezelfde beslissing genomen. Overigens, zoiets hangt nooit van één persoon af. Daarmee zou je het team en de staf toch wel erg tekort doen.’
Gaan we het nog redden dit seizoen?
‘Het zal heel zwaar worden. Maar ik ben niet van het zo snel opgeven, nooit geweest ook. Als de spelers alles uit de kast halen, samen de boel oppakken en hun trots als voetballer laten spreken, dan zou ik niet weten waarom we niet de eerstkomende twee wedstrijden zouden kunnen winnen. Als dat geloof er niet meer is dan verdien je het ook niet om Topklasse te spelen. Spelers die nu al zo denken kunnen beter hun contract inleveren.’
Hebben jullie niet te vroeg contracten van spelers verlengd?
‘Wat moet ik daar van zeggen? In december/januari zijn we rond gekomen met spelers die we graag wilden behouden. Dat was het overgrote deel van de selectie. Op zich vrij uniek. Natuurlijk is dat niet te vroeg. De situatie is tegenwoordig zo dat er steeds eerder in het seizoen aan spelers wordt getrokken. Veel te vroeg naar mijn mening. Daar kun je echter de ogen voor sluiten maar dan ben je niet erg realistisch bezig. Ook voor een aantal van onze spelers bestond serieuze interesse van niet de eerste de beste clubs. We hebben ze toch kunnen behouden. Daar hebben we met heel veel inzet van velen (!!) ons best voor gedaan en er zijn dan ook weinig mutaties in de selectie. We vinden dat er kwaliteit en perspectief in deze selectie zit. De huidige stand op de ranglijst is natuurlijk teleurstellend maar wel de realiteit. Maar ook nu selecteren we door en hopen binnen de mogelijkheden die wij als club hebben met enkele gerichte versterkingen de concurrentie en daarmee het niveau te verhogen. We doen dat met een groep clubmensen en wat mij betreft is daarin nog ruimte voor anderen. Met Wim van Bokhorst als contractmanager zijn we zeer blij. Een ras-Spartaan met een enorme drive en kennis van zaken. Oud-voetballers als Geert de Bruin en Jur van de Beek zijn sinds dit seizoen ook betrokken bij het technisch beleid. Samen met bestuurslid technische zaken Cees Klaassen en mijn persoon vormen we de contractgroep. Zoals ik al zei, we zijn altijd op zoek naar voetbalmensen binnen de club die daar ook een rol in willen vervullen. Die hun nek durven uitsteken, visie hebben en tijd willen investeren. Kom maar op, meld je maar aan! Daarnaast kunnen we terugvallen op en houden we regelmatig ruggespraak met enkele personen, clubmensen, die bij voorkeur wat op de achtergrond blijven maar o zo waardevol en belangrijk zijn. Kortom, een hechte groep met maar één doel: Sparta Nijkerk op de kaart zetten en houden en plezier beleven aan hetgeen we doen.’
Jullie hanteren het credo ‘beleid kost tijd’. Met een eventuele degradatie gaat weer meer tijd verloren en beginnen we weer van voren af aan.
‘Degradatie zou inderdaad heel jammer zijn. Toch houden we vast aan ‘beleid kost tijd’. We hebben niets aan opportunisme en korte termijn politiek. Dit seizoen is hoe dan ook weer zeer leerzaam. Het geeft aan dat je niet zomaar een stap hogerop maakt en dat het tijd kost om een team neer te zetten dat zich in de Topklasse handhaaft. Er komen is één, er blijven is twee. Als we met spelers spreken en onderhandelen dan willen ze allemaal maar één ding: Topklasse spelen. Dan zitten we snel op één lijn want wij willen niets anders. Maar tussen willen en kunnen zit altijd nog een verschil. Sommige spelers verrassen je, andere spelers stellen je teleur. Het is nooit anders geweest. Wat spelers zich wel moeten realiseren is dat er binnen de club door heel veel mensen ontzettend veel wordt gedaan om de financiële en overige voorwaarden te creëren waaronder zij bij Sparta Nijkerk in de A-selectie kunnen spelen. Dat is niet iets wat zomaar gewoon is. In een relatie speler-club kan dan ook geen sprake zijn van eenrichtingsverkeer. Dat besef is er niet altijd, zo heb ik het gevoel. Spelers vinden alles al snel heel gewoon maar dat is niet zo. Je mag als speler tegenwoordig best wat eisen, zo zit de wereld van het topamateurvoetbal nu eenmaal in elkaar en daar doen wij ook aan mee, maar er zijn ook verplichtingen jegens de club en de mensen die het mogelijk maken dat we op dit niveau kunnen acteren. De neiging bestaat om dat te vergeten. Een variant op de legendarische woorden van president Kennedy: “vraag niet wat de club voor jou kan doen, maar wat jij voor de club kunt doen” zou wat mij betreft wel wat meer in de praktijk gebracht mogen worden.’
De technische staf blijft het komende seizoen in tact. Sparta Nijkerk heeft kennelijk veel vertrouwen in hen?
‘Inderdaad. We hebben een absolute toptrainer waar we zeer tevreden over zijn. Een gedreven vakman en aimabel mens. Ook voor Simon is dit een leerzaam seizoen en het maakt hem alleen maar een nog betere trainer. Dat geeft hij zelf ook aan. Hij vraagt ontzettend veel van zichzelf en verwacht dat ook van zijn spelers en zijn staf. Simon is op de wedstrijddag maar ook de hele voorgaande week op een heel intensieve manier met de wedstrijd bezig, daarin moet hij misschien iets meer relativeren en evenwicht vinden. Dat beseft hij terdege.
Ik ben zelf ook twintig jaar trainer geweest, heb veel trainers en spelers meegemaakt en beschouw Simon als een absolute topper. Aangevuld met praktijkjongens als Marco Elders, Fabian Bouwman, Klaas Cozijnsen, Richard Rademaker, Gijs Kas en gold-old Jaap Pietersen staat er een prima staf. Rene Verdonk is een absolute aanwinst als hersteltrainer en ook de medische staf is goed op orde. Geurt Renes heeft dit seizoen een stapje terug gedaan en vervult met zijn ervaring nu meer een administratieve functie achter de schermen. Zo zijn er ontzettend veel mensen rond zo’n A-selectie in de weer. Ik zou nog wel graag een individuele trainer, een spitsentrainer, toevoegen. Geïnteresseerden mogen zich melden. Ook bestuurlijk wordt er ontzettend veel werk verzet. Er moet ook veel gebeuren. Alleen al het kledingverhaal, de boel op orde houden, het wassen, verzorgen en aanvullen van de kleding, de catering rond wedstrijden, er komt veel bij kijken.’
Zoals je de situatie schetst hebben we het over een professionele organisatie die weinig meer weg heeft van de amateurclub van weleer.
‘Dat is ook zo. We moeten alleen de sfeer van de amateurclub Sparta Nijkerk behouden en dat lukt ons aardig, dat is ook de kracht van de club. Maar verdere professionalisering zal noodzakelijk zijn. De club is in veel opzichten een bedrijf geworden. De Businessclub, de Supportersvereniging, de Kringloopwinkel, accommodatiebeheer, de jeugdafdeling, de horeca en de kantine, een bedrijf met vele afdelingen en disciplines gedragen door vrijwilligers!
We kunnen toernooien organiseren, feesten houden, de kantine verbouwen en tweeduizend vrouwen voor het goede doel in bikini op het hoofdveld posteren, maar het uithangbord is en blijft ons eerste elftal dat op zaterdagen aansprekende wedstrijden speelt op onze prachtige accommodatie.
Sparta Nijkerk is bekend in heel het land. Dat heeft sportieve en promotionele waarde. Het is leuk als de gemeente Nijkerk of een Nijkerker in binnen- en buitenland wordt geafficheerd met Sparta Nijkerk. Dat moet clubmensen met trots vervullen. Iedereen en alles is belangrijk bij Sparta Nijkerk, van de kleinste mini tot de hoofdsponsor, maar de blikvanger is het eerste elftal. Dat moeten we goed beseffen. Zonder eerste elftal geen volle kantine, geen Businessclub, geen reclameborden, niet de uitstraling en aandacht die we nu genereren.
Jeugdspelers moeten vol bewondering naar dat eerste elftal kijken en de hoop koesteren om daar ooit in te mogen spelen. De minder getalenteerden zien we terug als supporters of suppoosten langs de lijn of in een andere rol binnen de club. Zo werkt een vereniging. Spelers van het eerste moeten beseffen dat ze een voorbeeldfunctie vervullen en niet alleen even een paar keer per week komen trainen en plichtmatig een wedstrijdje spelen om daarna snel weer naar huis te gaan. We zoeken goede voetballers, kanjers, liefhebbers die ook vooral clubmensen zijn of worden. Geen broodvoetballers. Volgens mij benoem ik daarmee naast aanleg, talent en passie de absolute voorwaarden voor succes.’
Een slotvraag. In de columns die je schrijft ben je nog wel eens vrij uitgesproken en neem je geen blad voor de mond. Je schrijft zoals je vroeger voetbalde, vrij direct, veel beleving, soms genadeloos en compromisloos. Uitdagen en een beetje provoceren zit in het DNA van Harry Hamstra?
‘Iedereen naar de mond praten of risicoloze en saaie onderwerpen aan de orde stellen is geen kunst. Ik probeer vaak wel wat los te maken. Als je dat uitdagen en provoceren wilt noemen dan kan ik daar mee leven. De boel wakker houden klinkt misschien wat vriendelijker. Er lopen al genoeg meepraters en allemansvrienden rond op deze wereld.
Als ik schrijf over de vernielingen die in onze kleedkamers worden aangericht dan doe ik dat omdat me dit zo ontzettend kwaad maakt en teleurstelt tegelijk. Veel gedrag wordt tegenwoordig maar goedgepraat. Ach, moet kunnen, maak je niet druk. Ik maak me wel druk en vind dat asociaal gedrag keihard de kop moet worden ingedrukt. Blijf met je poten van ONZE spullen af. Waarom gooien volwassen mensen nog steeds brandende peuken op het kunstgrasveld? Doen ze dat thuis ook op het nieuwe hoogpolige tapijt? Kloppen ze thuis ook hun schoenen uit op het behang?
Wij vormen met z’n allen Sparta Nijkerk, draag dat uit en gedraag je als Spartaan. Wil je iets weten? Spreek een bestuurslid aan, vraag het aan mij, aan Hugo van der Horn, aan Nico Fiegen, aan Ted van Haren, aan Simon Ouaali, aan Marco Elders, aan Wim van Bokhorst, aan Jaap de Vries, Jasje Haverlach, Aart van de Bor, Evert Buitenhuis, Jan van den Hoff, aan wie dan ook die mogelijk op de hoogte is van zaken. Maar ga geen onrust veroorzaken of ongefundeerd dingen roepen. We moeten nog veel meer samen dingen oppakken bij Sparta Nijkerk. Samen de schouders eronder. We hebben een enorm potentieel, alleen beseffen we dat nog niet altijd volgens mij.’
Allerlaatste vraag: gaan we het redden? Speelt Sparta Nijkerk met nog drie wedstrijden te gaan volgend seizoen in de Topklasse?
‘Wat verwacht je van mij voor antwoord? We gaan het redden!!!
Wie nu de handschoen gooit is niet geschikt als voetballer of supporter. Deze stand in de competitie moet juist iets losmaken in mensen, overlevingsdrang, een over-mijn-lijk-mentaliteit, gaan voor de laatste kans, maar dan wel voluit en met z’n allen. ‘Één voor allen en allen voor één’, de elf musketiers. Spartacus presteerde ooit het onmogelijke, daar moeten we ons maar aan spiegelen: voetballen als Spartanen!
Pas als alle hoop is verloren legt men zich neer bij het onvermijdelijke. Ik ben een vechter en heb dat in mijn persoonlijke situatie, zoals veel mensen die in hetzelfde schuitje zitten, keihard nodig. Dan hebben we het over leven en dood. Bij het overlijden van John Versteeg onlangs, hoorde ik regelmatig dat voetbal dan absoluut niet meer belangrijk is. Dat is zo, alleen dienen we ons dat dagelijks te realiseren. Natuurlijk maken we ons druk om Sparta Nijkerk en dat mag en moet ook. We hoeven zeker niet alles te gaan relativeren. Zeker niet. Maar in de aard van de zaak, Topklasse of Hoofdklasse, ach, waar hebben we het over.
Nachtegaalsteeg 1
3862 WJ Nijkerk