Ja, ik weet dat er (nog) te weinig spelers doorstromen naar onze hoofdmacht. En ik weet ook dat er nog voldoende is te verbeteren, zowel binnen de selecties als rond de overige jeugdteams. Maar toch kijk ik uit naar 2 november, want dan krijgen we officieel de status ‘Regionale Jeugdopleiding’ uitgereikt door de KNVB.
Ruim anderhalf seizoen is er, vooral op de achtergrond, hard gewerkt aan het Kwaliteit & Performance programma van de KNVB en NMC Bright. In feite betekent het de toetsing van alle facetten binnen de jeugdopleiding aan vastgelegde richtlijnen, zowel technisch als, organisatorisch. Dit programma liet ons bijvoorbeeld zien dat er veel zaken binnen onze jeugdopleiding beter en meer gestructureerd moeten. Het leidde tot een nieuw Technisch Jeugdplan (TJP) voor de ontwikkeling van onze spelers.
De grootste winst op technisch vlak is, wat mij betreft, dat er nu een betere samenwerking is met de Technische Commissie van de A-selectie. Binnen het selectievoetbal van de jeugd streven we toch vooral spelers opleiden voor onze eigen hoofdmacht. Dat gat is groot, maar er is en er wordt gewerkt aan verbeteringen om in de toekomst meer zelf opgeleide spelers door te laten stromen.
Toch geldt het TJP niet alleen voor de selecties, want er staan ook diverse zaken in waar de hele jeugdopleiding de vruchten van moet plukken. Want een vereniging als v.v. Sparta Nijkerk bestaat niet alleen uit selectieteams. In tegendeel zullen velen zeggen (of denken) en ook deze teams en spelers verdienen aandacht en begeleiding. Daar hebben we met Gertjan Buitink (HJO breedtesport) en Mirsad Abdulovic (Hoofd opleiding meiden & vrouwen) bevlogen personen voor die ook weer worden ondersteund door technisch coördinatoren zoals bijvoorbeeld Cor van Dunschoten, Henk Spelbos en Bart Stolwijk. En niet te vergeten alle trainers, leiders en andere betrokkenen, waar ik dan ook echt allemaal mee bedoel (VMLHBTI).
Toch moeten we zelfkritisch blijven, want overal en altijd is er verbetering mogelijk. Binnen het selectievoetbal werken we daarom verder aan een ontwikkeling van talentvolle spelers vanaf de jongste jeugd met als einddoel het eerste, met plezier in het spelletje als belangrijk aandachtspunt. En weer in overleg met de TC A-selectie; hun startpunt, wat moeten spelers kunnen om aan te sluiten, moet immers het eindpunt van de jeugdopleiding zijn.
Buiten de selecties heeft het aspect plezier voor spelers wellicht meer de overhand dan de ambities, maar ook daar willen we spelers beter maken. Mogelijkheden tot opleiding en begeleiding van (aspirant) trainers zijn er voldoende, dus ik hoop dat er weer meer personen deze uitdaging aangaan in de toekomst. Uiteindelijk worden ook onze kleine mannetjes en vrouwtjes groot en als iedereen op zijn/haar eigen niveau voldoende uitdaging heeft, blijft het spelletje voor iedereen leuk.
Het certificaat ‘Regionale Jeugdopleiding’ betekent dus niet dat we er al zijn, maar is slechts een piketpaal op weg naar de toekomst. Maar wel een paal om trots op te zijn, want het betekent dat we de goede kant op gaan met een gedegen, gestructureerde en vastgelegde opleiding. En laten we verder ook proberen te kijken naar de 87% van de zaken die goed geregeld zijn en niet alleen naar de 13% wat niet volledig naar behoren loopt. Dertien is niet voor niets ooit benoemd als ongeluksgetal.
Rob Schoon
Hoofd Jeugdopleiding vv Sparta Nijkerk
